Behandelingen

Vaak is een hartziekte of hartaandoening de oorzaak van hartfalen. Door het behandelen daarvan kunnen klachten verminderen en erger voorkomen. Dit zijn de behandelingen bij per oorzaak:

Hoge bloeddruk

Hoge bloeddruk merkt u zelf niks van, maar is voor uw hart wel slecht. Het is goed om uw leefstijl aan te passen: gezond eten (weinig zout en vet) en genoeg bewegen. Eventueel krijgt u ook bloeddrukverlagende medicijnen, dit verschilt per persoon.

Vernauwingen kransslagader (hartinfarct)

Kransslagaders zijn slagaders die bloed geven aan de hartspier. Als deze vernauwd zijn kan het zijn dat het hart te weinig zuurstof en voedingsstoffen krijgt en daardoor minder hard kan werken. Om dit te behandelen wordt er een omleiding gemaakt met een bloedvat uit een ander lichaamsdeel (u kunt deze missen), zodat er weer genoeg bloed kan komen. Dit heet een bypassoperatie. Het is een zware operatie die 4 uur duurt, daarna moet u een week revalideren in het ziekenhuis.

 

Een andere behandeling bij een vernauwde slagader is een dotterbehandeling. Hierbij wordt hetgeen waardoor de slagader vernauwd naar de zijkant geduwd, soms komt daartussen een soort veertje, zodat het niet terug gaat. U wordt niet onder narcose gebracht, maar krijgt alleen plaatselijke verdoving op de plaats waar een katheter, een soort buisje in uw lichaam gaat. Dit is in uw lies, pols of elleboog. Neem na de behandeling voldoende rust en bespreek eventuele twijfels met uw arts.

Voor meer informatie over het onderzoek zelf klik hier:

U krijgt voor de behandeling antistollingsmedicijnen, bloedplaatjesremmers, die ervoor zorgen dat er geen bloedstollingen ontstaan tijdens of na de behandeling, omdat de bloedplaatjes zich kunnen gaan hechten aan het veertje.

Tijdens de behandeling worden er filmpjes gemaakt met een röntgenapparaat wat om u heen draait, zodat de arts het hart vanaf verschillende plekken kan zien. De lichten worden gedimd tijdens het filmen, zodat de arts de beelden op een beeldscherm goed kan bekijken. Na het filmen gaat het licht weer aan.

Hartklepoperatie

Bij een hart-klepaandoening sluiten de hartkleppen niet goed of zijn ze vernauwd. Waardoor het bloed door blijft stromen en niet of minder tegen wordt gehouden. Normaal verzamelt er een grotere hoeveelheid bloed in een kamer of boezem (lees meer hierover bij ‘werking van het hart’), waardoor het hart in een keer het bloed kan wegpompen door samen te trekken, maar als het bloed blijft doorstromen kost dit meer moeite. Hierdoor moet het hart harder werken.

Door middel van een openhartoperatie kan de hartklep vervangen of gerepareerd worden. Bij een openhartoperatie wordt de borstkas geopend waardoor het hart helemaal vrij ligt, het hart blijft dan wel werken. De arts zou eerder kiezen voor het repareren van de hartklep, dan voor het vervangen, omdat er dan minder risico’s zijn.

Hartritmestoornissen

Bij hartritmestoornissen volgen de signalen van de sinusknoop (voor uitleg zie ‘werking hart’) via een verkeerde route of ontstaan er signalen op andere plekken in het hart. Hierdoor wordt het hart verkeerd aangestuurd en trekt het teveel of op verkeerde momenten samen. Eerst moeten de boezems en dan de kamers samentrekken. Het hart heeft te weinig tijd om genoeg bloed binnen te krijgen en heeft het dus minder bloed om weg te pompen of het duurt te lang tot het hart samentrekt waardoor er te weinig bloed het lichaam in gaat.

Hartritmestoornissen kunnen verminderd worden met medicijnen die zorgen dat uw hartslag omlaag gaat of regelmatig wordt. Daarnaast zijn er verschillende ingrepen die om hartritmestoornissen te verhelpen:

De pacemaker is een apparaat dat signalen aan de hartspier afgeeft wanneer de sinusknoop dit niet goed kan. De pacemaker wordt onder uw huid geplaatst.

Bij ablatie worden er kleine littekens in uw hart gemaakt zodat er op die plek geen signalen worden gemaakt, maar alleen in de sinusknoop.

Als het hart te snel en ongecontroleerd klopt kan cardio versie helpen om weer een normaal ritme te krijgen. U wordt voor een paar minuten onder narcose gebracht en krijgt dan een elektrische schok, hierdoor stopt het hart voor een paar seconde met kloppen, maar kan daarna weer in een normaal ritme gaan kloppen.

CRT (pacemaker)

In specifieke situaties zijn er ook andere behandelingen mogelijk. Zoals wanneer de twee hartkamers niet tegelijk samentrekken, waardoor de bloedcirculatie niet soepel verloopt. Door een soort pacemaker (CRT apparaat) trekken de kamers weer gelijk samen, doordat de signalen van de sinusknoop niet goed door wordt gegeven. De CRT zorgt dat signalen weer gelijk afgegeven worden aan de hartkamers.

Steunhart

Als u ernstige hartfalen heeft kunt u een steunhart krijgen, dus als de hartspier te zwak is. Een steunhart is een soort pomp. Het zuigt bloed uit de hartkamers en stuurt dit door naar uw lichaam, het neem dus de functie van uw hartspier op die plek over. Het steunhart zit in uw buikholte en wordt vanaf buitenaf bestuurd door een soort computertje, die u altijd bij moet hebben, soms wordt het op uw lichaam gemaakt en anders moet u het in een tas meenemen. De pomp klopt niet zoals uw hart, maar zuigt continu door. U kunt dus geen hartslag in uw pols meer voelen.

Vaak is een steunhart een tijdelijk oplossing tot u een donorhart krijgt, tenzij het steunhart zo goed werkt dat een donorhart niet meer nodig is.

Donorhart

Een donorhart is een hart van iemand die hersendood is. Dit betekent dat er geen activiteit is in de hersenen, maar het hart nog wel werkt.

Een donorhart is een behandeling die niet vaak wordt toegepast, het is voor mensen met hartfalen de laatste optie. Het wordt maar weinig gedaan, omdat er maar weinig donorharten beschikbaar zijn met dezelfde bloedgroep en lichaamsbouw en het veel risico’s heeft.

Maak jouw eigen website met JouwWeb